Rare jongens, die stripliefhebbers
Met enige gretigheid deelden de media laatst de exorbitante verkoopprijzen van een aantal oude stripboeken. Zo werd het Suske en Wiske-album Op het eiland Amoras uit 1947 verkocht voor ruim 13.000 euro, en ging het eerste verhaal van Spiderman voor 10.000 euro onder hamer, ondanks de gerafelde pagina’s en de vele stukjes plakband. In perfecte staat was deze Spiderman namelijk al eens voor 1,1 miljoen dollar verkocht. Verschillende websites raadden de lezers aan om nog maar eens goed naar dat stapeltje stripboeken op zolder te kijken. Voor je het weet zit je onbewust op een goudmijn.
Ik liet ook mijn ogen nog maar eens over mijn boekenplank gaan. Daar staan de avonturen van Suske en Wiske, die ik ooit fanatiek verzameld heb, netjes naast elkaar. De mooie zwart-witte albums uit de jaren veertig en vijftig, met een fel rode cover en twee nietjes in de rug. Of de zogenoemde Blauwe Reeks, de Suske en Wiske-verhalen uit het weekblad Kuifje. Met een blauwe cover, netjes ingebonden en in kleur. Ze behoren tot de meest waardevolle albums uit de reeks, al heb ik vooral de iets minder kostbare herdrukken. Ik weet natuurlijk ongeveer wat die albums waard zijn, en ik heb er ook wel wat voor moeten neerleggen. Maar 13.000 euro? Daarvan sloeg ík zelfs even achterover.
Het kan veel gekker: de trofee voor duurste Nederlandstalige strip ooit gaat naar Doris Dobbel, in 2015 geveild voor 16.500 euro. Hoe zeg je, Doris Dobbel? Ja, ik moest ook even googelen wat dat voor strip was. Het blijkt een figuurtje dat ooit gecreëerd is door Marc Sleen, groot geworden met het Vlaamse stripfiguur Nero. Het betreffende boekje werd in 1952 weggegeven als prijs bij een weekblad, en slechts gedrukt op honderd exemplaren. Daarvan zijn er nu nog acht over, waarvan er nog maar vijf intact zijn. Het mooiste aan dat hele verhaal is dat iemand ooit zo’n boekje voor één euro in de kringloopwinkel vond. En het vervolgens verkocht voor 12.000 euro. Dromen we daar niet allemaal wel eens van?
Lees ook: Deze Kuifje-tekeningen hebben records opgeleverd
Het kan nóg veel gekker: een originele pagina van Asterix en het IJzeren Schild werd in 2013 in Parijs gevonden in een vuilnisbak. Het bleek te horen bij de inboedel van een appartement dat geruimd werd nadat de bewoner overleden was. Een gelukkige buurman vond de plaat, waarvan de waarde destijds tussen de 70.000 en 90.000 euro werd geschat. Voor hoeveel het uiteindelijk verkocht is, vertelt het verhaal niet. Maar een originele covertekening van Asterix haalde twee jaar geleden maar liefst 1,45 miljoen euro. Niet iets om per ongeluk weg te gooien.
Er zijn stripliefhebbers die met lede ogen aanzien hoe gewilde strips dankzij dit soort prijzen langzaamaan buiten het bereik van gewone verzamelaars komen. Hoe oude strips een belegging zijn geworden en hoe -net als op de aandelenbeurs- soms de gekte toeslaat. Maar ik smul eerlijk gezegd elke keer weer van zo’n record-bericht. Het geeft aan hoe waardevol strips -letterlijk- zijn. Het laat zien dat ze een belangrijke plek in onze cultuur innemen, en dat het belangrijk is om ze te behouden. Dat het meer is dan een stukje papier dat je wel bij het oud vuil kwijt kan. En ook al gaat dit vooral om een select groepje oude strips, het straalt af op het medium strip als geheel. Zoals we nu de 17e eeuwse schilderkunst nog kennen dankzij iemand als Rembrandt, zo heeft de strip eeuwigheidswaarde dankzij mensen als Hergé of Uderzo en Goscinny.
Dat hun strips daarmee gewilde en dus dure verzamelobjecten zijn geworden, onderstreept vooral hun belang voor de stripcultuur. Bovendien vind ik ook als simpele liefhebber dat zo’n eerste druk van Op het eiland Amoras zeker 13.000 euro waard is. Alleen een beetje jammer dat ik het niet kan betalen.