De klare lijn van het coronavirus

Het is even wennen, deze volledig zwart-witte StripGlossy, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik het wel mooi vind. Ik hou enorm van strips in zwart-wit. Ze zijn ontdaan van alle opsmuk en tierelantijntjes, en brengen je helemaal terug naar de basis. Het is een mooie parallel met deze coronacrisis.
De Europese strip is ooit begonnen als krantenstrookje, om ervoor te zorgen dat de lezers dankzij een mooie cliffhanger ook de volgende dag weer de krant zouden kopen. Met rasters werd wat diepte gecreëerd in de tekeningen, maar verder was de strip voor iedereen te zien in al zijn naaktheid. Een slechte tekening kon niet verbloemd worden met een spetterende inkleuring. Sfeer moest worden opgewekt door een goede balans tussen zwarte en witte vlakken. Tekenen in zwart-wit vergt een heel andere manier van tekenen -en kijken naar een scène- dan tekenen als je weet dat er kleur aan wordt toegevoegd.

Pagina uit Kuifje en de Scepter van Ottokar ©Hergé/Moulinsart
Iemand die lang een weerstand tegen kleur heeft gehad is Hergé, de tekenaar van Kuifje. Terwijl de uitgever er allang op aandrong om zijn strips in te kleuren, wilde Hergé er niks van weten. Zijn tekeningen waren volgens hem in balans, en hadden helemaal geen kleur nodig. Hij ging uiteindelijk overstag omdat de concurrentie ook strips in kleur produceerde, met name het stripblad Bravo dat in de Tweede Wereldoorlog verscheen. Maar ga voor de grap eens op zoek naar die oude Kuifjes, via plaatjes op internet of zwart-witte heruitgaven. Albums als De Blauwe Lotus of De scepter van Ottokar zijn zo prachtig gestileerd, zo mooi in evenwicht. De nachtelijke scène in dat laatste verhaal, waarin Kuifje beschoten wordt als hij in een vijandelijk gevechtsvliegtuig over Syldavië vliegt, is een pareltje van optimaal gebruik van zwart en wit. Geen overdaad aan details in deze verhalen – want dat zou de tekeningen nodeloos ingewikkeld maken – maar genoeg achtergrond om sfeer in het geheel te brengen. Het is zo goed gedaan, dat ik zelfs vind dat deze verhalen door de inkleuring en de hermontage aan kracht hebben ingeboet. Ook aan de oude verhalen van Suske en Wiske of Tom Poes kun je zien dat ze niet gemaakt zijn voor kleur. Ze zijn af in zwart-wit, ze hebben geen kleur nodig, en door een matige inkleuring wordt het er vaak alleen maar slechter op.
Nou was het in die tijd niet een heel bewuste keuze om zonder kleur te werken. Tegenwoordig is het dat wel. Net zoals je soms bewust kiest voor een zwart-wit foto in plaats van een kleurenfoto. Iemand van de huidige generatie tekenaars die dat spel uitstekend beheerst is Aimée de Jongh. Haar boeken De terugkeer van de wespendief en Taxi zijn volledig in zwart-wit gemaakt, en de tekeningen spatten werkelijk van de pagina’s af. Door het gebruik van dikke lijnen en veel zwart worden de verhalen nog indringender en komen ze echt binnen. Als je het goed weet te gebruiken, kan zwart-wit paradoxaal genoeg een enorme toevoeging zijn.
En dat brengt me weer bij de coronacrisis. Ons leven is nu ook een beetje zwart-wit geworden, of kleurloos als je het zo zou willen noemen. Er is veel weggevallen, onze agenda’s zijn leeg, alleen de contouren van ons oude leven zijn nog zichtbaar. We zijn teruggegaan naar de basis, we komen erachter wat we echt belangrijk vinden. Familie, vrienden, een fijn thuis. Door de kleuren weg te halen, zien we die basis ineens veel scherper. Het geeft ons nieuwe inzichten, net zoals je die ziet bij een strippagina die ontdaan is van zijn kleur. En nu de maatregelen weer versoepeld worden, beginnen we ons leven langzaam weer in te kleuren. Het mooie is dat je nu af en toe eens een ander kleurtje kunt gebruiken dan voorheen. Maar vergeet die zwarte lijnen niet, want die zijn de basis. En kijk ook eens goed naar die lijnen in een strip. Ze kunnen zo mooi zijn.
Deze column is verschenen in StripGlossy 17.
Leuke column maar wie heeft hem eigenlijk geschreven?