Papa Kennedy is nog fascinerender dan JFK

Niet geheel toevallig kwam precies op de dag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen De Kennedy Files van Mick Peet en Erik Varekamp uit. Een verhaal over corruptie en intriges in de Amerikaanse politiek. Niet met John F. Kennedy in de hoofdrol, zoals je misschien zou verwachten, maar met zijn vader. Het levert een fascinerend stripboek op.
‘Die aanslag op Kennedy geloof ik wel,’ verklaart Erik Varekamp de keuze voor ‘papa Kennedy’ in plaats van JFK zelf. ‘Ik zou niet weten waar ik zou moeten beginnen met die moord. Er is al zoveel over gezegd, ik kan er niks aan toevoegen.’ Over Joe Kennedy valt daarentegen genoeg te vertellen. Net als bij hun stripreeks over prins Bernhard (Agent Orange) zijn Peet en Varekamp de archieven ingedoken en hebben ze zo een accuraat en gedetailleerd portret weten te maken van hun hoofdpersoon.
De Kennedy Files laat zien hoe Joe Kennedy in 1938 tot ambassadeur voor de VS in Londen wordt benoemd, vooral omdat president Roosevelt bang is dat Kennedy het in de presidentsverkiezingen van 1940 tegen hem zal opnemen. Zo’n concurrent kun je dan maar beter op afstand houden. Maar Kennedy gaat in Londen volstrekt zijn eigen gang. Hij verdient goed doordat hij het monopolie heeft op de import van whisky in de VS, vindt dat Adolf Hitler wel meevalt, laat openlijk blijken dat Amerika zich niet zal bemoeien met het conflict in Europa en probeert nota bene een ontmoeting met Hitler te regelen. Daarnaast was hij, net als zijn zoon later, een notoire rokkenjager.

Erik Varekamp (midden) en Mick Peet (rechts) signeren bij de presentatie van De Kennedy Files. Foto: Cyril Koopmeiners / Uitgeverij Scratch.
‘Kennedy is Bernhard in het kwadraat,’ zegt Varekamp, die toch een voorkeur lijkt te hebben voor discutabele politieke figuren in de hoofdrol. ‘Kennedy was een door en door corrupte man. Eén van zijn uitspraken was: je moet nooit meer stemmen kopen dan je nodig hebt.’ Hij wilde dolgraag president worden, maar door aan het begin van de Tweede Wereldoorlog eigenlijk voor de verkeerde kant te kiezen, gooide hij zijn eigen glazen in. Vervolgens projecteerde hij zijn ambitie op zijn oudste zoon. Toen die sneuvelde aan het eind van de oorlog, richtte hij zijn pijlen op zijn zoon John. Hij zou president van de VS worden, en we weten allemaal hoe dat afgelopen is.

De waargebeurde scène waarin Joe Kennedy het hotel uit sluipt.
Het boekenrek van Varekamp in zijn bescheiden studiootje puilt uit met boeken over prins Bernhard, de Oranjes en de Kennedy’s. ‘De Kennedy’s zijn toch een beetje de koninklijke familie van Amerika. Er zijn vijftigduizend boeken over ze verschenen, daarvan heb ik één promille gelezen,’ lacht hij. Nog steeds een respectabel aantal.
Wat in geen enkel boek beschreven werd, maar wat hij uit de archieven van een Amerikaanse krant haalde, is de scène waarin Kennedy in een hotel verstoppertje speelt voor een oliemagnaat die hem een dagvaarding wil overhandigen, en voor wie hij uiteindelijk door een achterdeur het hotel uit vlucht. Het zijn precies dit soort op waarheid gebaseerde details die het boek zo bijzonder maken.
Wat ook bijzonder is, is de manier waarop Varekamp zijn strips tekent. De basis voor elke tekening is een fotocollage. Hij zoekt oude foto’s bij elkaar van de mensen en de gebouwen die hij nodig heeft, knipt en plakt ze zoals hij ze zelf het liefst wil hebben, en tekent op zijn computer die contouren na. ‘Ik vind het een mooie stijl als het een soort gestileerd realisme is,’ zegt Varekamp. ‘Ik vind het een heerlijke manier van werken, het is af en toe toch een verrassing wat eruit komt rollen.’
Je zou denken dat de weg naar de Amerikaanse markt nu wel open ligt met een stripboek over de Kennedy’s. ‘Stiekem hoopte ik dat de Amerikaanse uitgevers nu massaal zouden gaan bellen. Vijf Amerikaanse uitgevers zijn nu wel geïnteresseerd, maar dat schijnt een eeuwigheid te moeten duren,’ verzucht Varekamp. Er komt wel een Franse uitgave van uitgeverij Dargaud, al moet de handtekening nog gezet worden.
Een Amerikaans succesje voor De Kennedy Files zou lekker zijn, want de financiering voor deze strip is nooit rond gekomen. Varekamp heeft hem in zijn vrije tijd zitten tekenen, naast zijn betaalde tekenopdrachten. Hij heeft zelfs twee keer subsidie aangevraagd, maar kreeg twee keer hetzelfde antwoord. ‘Niet vernieuwend genoeg. Nou, ik hoop niet dat ze zo naar het Concertgebouw kijken,’ foetert Varekamp. ‘Daar zitten ze een beetje Beethoven te toeteren.’
De strip zou de VS iets kunnen leren over de oorsprong van één van de invloedrijkste politieke dynastieën van het land. En ook al was Joe Kennedy een boef, Varekamp kan een beetje bewondering voor zijn hoofdrolspeler toch niet onderdrukken. ‘Hij was een arme Ierse boerenzoon die miljonair werd. Met valsspelen, maar toch… het zou mij dan nog niet lukken.’
Dit artikel is eerder verschenen in de Boekenkrant.